Jopie w
as een rollemanschiksie. Haar familie trok met de kermis het land door. Ze scharrelden de kost bijeen als leeuwentemmer, boeienkoning of waarzegger.
Op haar eerste schooldag vertelden alle kinderen wat hun vaders deden.
Jopie zei trots: ‘Mijn vader is scharensliep geweest. Nu draait hij sjekkies met één hand.’
Alle kinderen lachten. De meester trok zijn wenkbrauwen op.
De vader van het jongetje naast haar bleek kruidenier.
‘Het hele dorp koopt bij ons,’ schepte hij op.
‘Goed zo,’ zei de meester vriendelijk.
Zij stak haar vinger op. ‘Ik heb ook twee neven in de autobranche.’
‘Dat klinkt duur,’ lachte de meester, ‘zijn ze automonteur of autodief?’