Als je vaak buiten loopt, een hond hebt uit te laten, zie je nog eens wat. Vanmorgen, in het bos (woud staat op het bordje maar ik hou het op bos) zag ik bomen. Hoge bomen, lage bomen, dikke bomen, slanke bomen, omgewaaide bomen, neergebliksemde bomen, vermolmde bomen, oude bomen en jonge bomen. Allemaal bomen met een geschiedenis, met een verhaal, hún levensverhaal.
Daar zou een slimmerik best eens een cursus voor kunnen ontwikkelen, dacht ik, zodat de bomen eindelijk eens de story of their life kunnen vertellen. Dramatische verhalen over hoe de storm aan hun wezen rukt, nijdig hun takken tegen de stammen zwiept, al hun bladeren laat verliezen, hun wortels los sjort en omver trekt. Ze komen vast ook met rampspoed over de zon die hun amechtige wortels geselt en uitdroogt waardoor ze omvallen.
Omvallen, is natuurlijk het terugkerende thema, bomen vallen immers altijd om. En of dat niet genoeg is, judassen wij mensen die bomen ook nog eens extra door hartjes in hun bast te kerven. Alleen omdat wij zo verliefd zijn. Alsof die bomen geen gevoel hebben! Bomen bloeden ook hoor.
En weet je wat ik nog het ergste vind? Dat verliefde stel dat een hart met hun namen in de boom op de foto kraste, is al lang uit elkaar maar dertig jaar later staat die boom er nog steeds. Met het hart. En hun huwelijk ligt in honderd scherven. En van de therapeut in mijn boek moeten ze herinneringen ophalen, delen ook vooral.
Of het helpt? Niemand die ’t nog weet want het boek is nog niet af.
Arm boek, arme boom, arm hart