Missen

Ik miste haar, mijn ogen misten haar, mijn handen, mijn lippen, zelfs de kleine haartjes op mijn armen misten haar. Ik waakte ervoor om teveel van mijn voorraad herinneringen te snoepen. Mondjesmaat mocht ik mezelf haar lievelingsliedje laten horen. Mij voor de geest halen hoe haar lievelingsjurk haar stond en hoe haar ‘mama’ klonk.

Tegelijkertijd deed ik mijn uiterste best om haar niet voorgoed achter me te laten; haar jurkjes hingen op kleur in haar kast, geen afgeknipt nageltje schoof ik in de prullenbak, nog geen blond haartje trok ik uit haar borstel.
Kan je je voorstellen, dat moment toen ik even vergat hoe het voelde haar op schoot te hebben. ‘Betrapt,’ zei ik tegen mezelf. ‘Dit is je straf want wie herinneringen toelaat, staat toe dat het verleden tijd is geworden, een voorbij leven.’  Achteraf denk ik dat die overtuiging maakte dat ik niet over haar droomde of dat ze nooit aan me verscheen. Op één keer na.
Die keer, in de zomer daarna, hoorde ik haar in het park. ‘En op school heeft de juf ons voorgelezen en…’
Ik draaide me om. Een wapperend geruit blauw jurkje. Een klein meisje. Huppelend aan de hand van een jonge vrouw. Op weg naar de uitgang. Ik leefde mijn leven één seconde lang vol hoop. Mijn hart pompte als een overjarige stoommachine, sloeg over, viel stil, zwol aan, viel stil en pompte, minutenlang, telkens opnieuw. Toen ik bijkwam uit de obscene fantasie – ik heb er geen ander woord voor – zag ik het meisje en de vrouw verdwijnen tussen de andere parkwandelaars. Later zag ik een documentaire over rouwende mensen die opeens hun geliefde kind voor zich zagen. Een fantoomkind; altijd

het kind van een ander.

Een gedachte over “Missen

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s