‘Warme droge zomer hè?’ Hij keurde haar jurk, groen als juligras, van boven naar onder en weer terug tot hij bleef hangen bij haar decolleté.
‘Ach rot op man.’ Ze had geen zin in een praatje dat eindigde in bed. Haar bed; hij heeft vrouw en kinderen thuis.
Verongelijkt keek hij haar aan. Of was het verbaasd?
Niet gewend nee te horen, bewoog zijn rechter hand naar haar elleboog, de linker naar haar middel.
Zij pakte haar glas van de toog.
In lange slierten droop de rode wijn op zijn hagelwitte overhemd.
‘Vertel thuis maar hoe dat is gekomen.’