Structuur

De structuur van mijn tweede roman “Van Huis_weg” (werktitel) is nogal een uitzoekerij. Wekenlang zag het eruit als een rafelige warboel met veel losse einden. Wat wil je ook met een vertelling over vier generaties zigeunervrouwen, bijna honderd jaar zogezegd. Een eeuw met talloze heftige gebeurtenissen: de grote crisis, een wereldoorlog waarin (ook) zigeuners vervolgd en vermoord werden, de wederopbouw, een flowerpowertijd veroorzaakt door een heuse jongerenrevolutie, het ik-tijdperk en de technologische vooruitgang tot in het heden.

Amen.

En nee, Corona doet niet mee, gelukkig. De verteller vertelt het verhaal begin 2012 In ieder geval veel uit te zoeken over die periodes, het woonwagenleven, de reizigerscultuur, hun taal, wat ze eten en drinken, geloofden of niet en al het andere. Een interessante en vooral ook plezierige zoektocht Maar goed, de structuur dus: vormen de tijdperken de haakjes of zijn het de vier vrouwen? Wat zou het beste werken? En wie zou de verteller dan zijn? Rode wangen van plezier en vingers die jeuken om het op te schrijven.

Scharensliep

Jopie was een rollemanschiksie. Haar familie trok met de kermis het land door. Ze scharrelden de kost bijeen als leeuwentemmer, boeienkoning of waarzegger.
Op haar eerste schooldag vertelden alle kinderen wat hun vaders deden.
Jopie zei trots: ‘Mijn vader is scharensliep geweest. Nu draait hij sjekkies met één hand.’
Alle kinderen lachten. De meester trok zijn wenkbrauwen op.
De vader van het jongetje naast haar bleek kruidenier.
‘Het hele dorp koopt bij ons,’ schepte hij op.
‘Goed zo,’ zei de meester vriendelijk.
Zij stak haar vinger op.  ‘Ik heb ook twee neven in de autobranche.’
‘Dat klinkt duur,’ lachte de meester, ‘zijn ze automonteur of autodief?’

Met de muziek mee (1)

Met de muziek meeNu Rafels, straks in juni 2022 gep[ubliceerd wordt, geef ik met blijdschap  kennis van de conceptie van mijn nieuwe boek met werktitel  “Van Huis_weg.”

Een Rollemanschiskie is een dochter van een rolle(r)man, een man die leeft in een huis op wielen en daarmee stad en land doortrekt. Een reiziger, in  de volksmond ook wel woonwagenbewoner genoemd.

In deze tweede roman worstelt een Reizigersmeisje zich los van haar milieu. Ze ontvlucht de vastliggende rolpatronen, gewoontes en plichten om haar honger naar kennis en de wereld te stillen. De geschiedenis herhaalt zich want haar overgrootmoeder keerde vier generaties daarvoor háár familie en samenleving, de rug toe.

In “Van Huis_weg” probeer ik te achterhalen wat er gebeurt met iemand die zijn afkomst vaarwel zegt. Die dat doet  vanuit de drang te doen wat hij zelf wil, vanuit het verlangen ook om zich elders thuis te kunnen voelen. We worden geconfronteerd met (vooral) cultureel en sociologische bepaalde vooroordelen rond mensen zon der vaste woon- en verblijfplaats en omdat het verhaal vier generaties omvat, bijna een eeuw, zal het ook in het juiste historisch perspectief geplaatst moeten worden. Of al deze uiteenlopende componenten bij elkaar te schrijven zijn tot een meeslepende en  interessante roman, zal de komende tijd leren. Vast en zeker zal ook deze keer menig darling sneuvelen maar dat hoort erbij.

Op volle kracht vooruit.