Over Antiziganisme gesproken

Afbeelding 3Weet jij wat Antiziganisme is?

Nee?

Nou, de term staat voor een  irrationele angst tegenover Roma, Sinti en andere rondreizende groepen.

In de roman  schept de broer van Klara, de hoofdpersoon, op  dat hij en  andere boerenpummels de reizigers bestookten met kluiten modder en uitschold voor vieze zigeuners, asocialen en dieven. Mijn vader  legde goedkeurend zijn hand op zijn schouders en bromde: “Goed zo, weg met dat schorem.

 In Rollemanschiksie. Vier generaties van huis weg beschrijf ik hoe de hoofdpersonen Taji, Klara, Crina, Afina en hun familieleden  dat aan den lijve ondervonden. Tot op vandaag  blijkt antiziganisme aanleiding voor veel onrecht. Zo kopte de NOS vandaag op haar site: Nog steeds te weinig standplaatsen voor woonwagens en blijkt dat gemeenten jarenlang een uitstervingsbeleid hanteerden voor woonwagenbewoners, Roma, Sinti en andere reizigers. Hoewel dit beleid, onder druk van het Europees Hof van de Rechten van de Mens en de Nationale Ombudsman, werd afgeschaft, blijkt uit een onderzoek in opdracht van de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme en het ministerie van Binnenlandse Zaken dat het uitsterfbeleid niet verdween, maar veranderde in uitstelbeleid. Woonwagenbewoners kregen geen nieuw perspectief aangeboden; ze hebben nog steeds te maken met wachtlijsten voor een standplaats.

In mijn roman legt Raji haar vriend Charlie uit welke sporen het gemeentelijk beleid op haar familie naliet en waar de ‘vreemdelingenangst’ in praktijk op neerkwam:

 ‘Vroeger leefden we in wagens, trouwens zo noemen we onze huizen nog steeds. Bijna niemand heeft een huisbel, je loopt gewoon naar binnen, als het niet uitkomt zeggen we het wel.’ Ze laat een pauze vallen, glimlacht. ‘Het komt nooit niet uit hè, onze mensen hebben een groot hart. We wonen met de families hutjemutje naast elkaar, toch voelt het nooit alsof we op elkaars lip zitten. Dat is natuurlijk zo gegroeid; door het reizen zijn we op elkaar aangewezen, alhoewel − sinds de overheid een stok in onze wielen heeft gestoken, en we allemaal stil staan, verdunnen de familieverbanden helaas. Ergens in de jaren tachtig vorige eeuw lieten de gemeentes zodra iemand verhuisde of overleed grote blokken beton schuiven op de opengevallen plaats: voilà een staplek minder. Dit uitstervingsbeleid maakt het de kampbewoners erg moeilijk een standplaats te bemachtigen.

Het wordt hoog tijd dat we reizigers en de manier waarop zij generatie op generatie proberen staande te blijven, op hun waarde schatten. Hoog tijd ook om de ongefundeerde angst voor anderen voor eens en altijd een halt toe te roepen. Hoog tijd bovendien om meer te weten te komen over ‘deze mensen’. Ze verdienen meer interesse, meer positieve aandacht én steun. Allemaal redenen om me te verdiepen in de reizigers, hun leven, cultuur en geschiedenis. ‘Rollemanschiksie. Vier generaties van huis weg’ is vanaf 12 mei verkrijgbaar bij  uitgever Ambilicious, in boekwinkels en bij online boekverkopers.

Met wie je je vlees, groenten, brood en wijn deelt, zal je dansen, zeiden Zoni’s ouders altijd. Onthoud dat goed.’

Vrije Reizigers of een achtergesteld leven?

Afbeelding

Foto: Rolleman (Facebook)

In Rollemanschiksie. Vier generaties van huis weg spelen reizigers de  hoofdrol. Klara, Crina, Afina en Raji  en andere  familieleden zijn gebaseerd op wat ik te weten ben gekomen over Roma en Sinti. Deze  mensen zonder land en nationaliteit. behoren weliswaar tot één volk, maar hebben ieder hun eigen tradities en spreken verschillende dialecten. De onwetende  burgerij scheren hen sinds jaar en dag echter allemaal  over één kam en noem(d)en hen zigeuners,  gypsies, guanos, egyptiers of tsiganes.

Pas in de zeventiende eeuw lijkt er een omslag te ontstaan. In de ban van  de Romantiek  gaan  welgestelde hoger geplaatsten met andere ogen kijken naar de  ‘zigeuners’  en zien hen als  hét voorbeeld van hoe zij zouden willen leven, namelijk als pure, vrije natuurmensen. De gewone burgers, boeren en buitenlui, altijd bezig brood op de plank te krijgen,  kunnen zich dergelijke verheven gedachtes niet veroorloven; voor hen blijven de reizigers nog altijd dieven, spionnen, kinderlokkers of erger.  Van de weeromstuit gingen de  Roma en Sinti   ‘de gajes’ zoveel mogelijk uit de weg. Zo bleven de vooroordelen over en weer telkens opnieuw bevestigd.

Vanaf eind 19e, begin 20e eeuw reizen groepen Sinti en Roma vanuit het oosten Nederland  binnen. Ze verdienen hun kost als dagloner bij boeren, als paardenhandelaar, muzikant, berenleider, ketellapper of metaalbewerker. 1933 met de opkomst van het nationaal socialisme worden zigeuners net als joden beschouwd als minderwaardige mensen. Behalve zes miljoen joden, stierven er tussen de vijfhonderdduizend en één miljoen Roma en Sinti in de concentratiekampen. Na de bevrijding konden deze statenloze nergens terecht en  werden heen en weer gejaagd door niemandsland.

Na WOII stelde de Nederlandse overheid  paal en perk aan het reizend bestaan,  Wie  in Nederland wilde blijven, kreeg  te maken met de Woonwagenwet die voorschreef dat men een vergunning moest hebben  om in een woonwagen te wonen.  Om zo’n vergunning te krijgen moest je kunnen lezen en schrijven, werk hebben en … een vaste woon- en verblijfplaats. En, dat was um nou juist de crux, de meeste reizigers konden niet schrijven of lezen. Wie eenmaal wel een vergunning had weten te bemachtigen, moest evengoed lang wachten op een standplaats want het duurde jaren voordat gemeenten bereid waren de Roma te huisvesten, maar enkel in huizen;  woonwagens waren niet meer gewenst.

In de jaren negentig van de vorige eeuw trok een nieuwe groep Roma uit Oost Europa met andere vluchtelingen en asielzoekers mee Nederland in. Deze nieuwkomers reizen niet of nauwelijks meer.  Ze wonen in huizen, hebben een goede opleiding en baan  en weten hun weg in de Nederlandse maatschappij te vinden.

Met de muziek mee (1)

Met de muziek meeNu Rafels, straks in juni 2022 gep[ubliceerd wordt, geef ik met blijdschap  kennis van de conceptie van mijn nieuwe boek met werktitel  “Van Huis_weg.”

Een Rollemanschiskie is een dochter van een rolle(r)man, een man die leeft in een huis op wielen en daarmee stad en land doortrekt. Een reiziger, in  de volksmond ook wel woonwagenbewoner genoemd.

In deze tweede roman worstelt een Reizigersmeisje zich los van haar milieu. Ze ontvlucht de vastliggende rolpatronen, gewoontes en plichten om haar honger naar kennis en de wereld te stillen. De geschiedenis herhaalt zich want haar overgrootmoeder keerde vier generaties daarvoor háár familie en samenleving, de rug toe.

In “Van Huis_weg” probeer ik te achterhalen wat er gebeurt met iemand die zijn afkomst vaarwel zegt. Die dat doet  vanuit de drang te doen wat hij zelf wil, vanuit het verlangen ook om zich elders thuis te kunnen voelen. We worden geconfronteerd met (vooral) cultureel en sociologische bepaalde vooroordelen rond mensen zon der vaste woon- en verblijfplaats en omdat het verhaal vier generaties omvat, bijna een eeuw, zal het ook in het juiste historisch perspectief geplaatst moeten worden. Of al deze uiteenlopende componenten bij elkaar te schrijven zijn tot een meeslepende en  interessante roman, zal de komende tijd leren. Vast en zeker zal ook deze keer menig darling sneuvelen maar dat hoort erbij.

Op volle kracht vooruit.