Scharensliep

Scharensliep_klScène uit “Van Huis_weg” waarin Clara haar kleindochter vertelt over vroeger toen de meeste  meisjes op hun dertiende, veertiende al trouwden.

‘Jopie was mijn eerste, hij was een kamper, geen reiziger zoals wij. Zijn vader, ooms, opa reisden als seizoenwerkers stad en land af om boeren te helpen bij de appelpluk, aardappelen-of graanoogst. Ze stalden hun kar op het boerenerf en kregen in ruil voor hun werk eten of een paar centen. De boeren waren aardig, ze hadden de extra handen hard nodig, voor de mensen uit het dorp waren wij schooiers, kampers of reizigers, het maakte hen niets uit.

Mijn opa, de vader van Zoni, jouw betovergrootvader, was een traditionele reiziger, hij scharrelde zijn kost bij elkaar met de scharensliep. Ik mocht regelmatig met hem mee langs de boerderijen en de dorpen om de klanten aan te roepen: “Kom mensen, met uw botte messen en scharen, hier is de Scheeeeresliep.”

Mijn opa sleep het hele jaar door messen, scharen, hoefschapers en ‘s winters ook schaatsen. Aan zijn kar hing een ronde slijpsteen, formaat etensbord, met een leren riem verbonden aan een pedaal dat hij met zijn voet liet ronddraaien, de steen besprenkelde hij telkens met water om het ijzerwaar glanzend glad te polijsten. 

Opa was de baas van de familie en  hield streng vast aan de gewoontes, hij  bepaalde wat er gebeurde, als hij nog had geleefd, had je jouw doorleren

 

op je buik kunnen schrijven.’

Familieraad

358D9D54-5A0F-4B38-801B-01AEABD6BCD3Scène uit “Van Huis_weg”  waarin Raji zich moet verantwoorden voor haar keuze om door te leren in plaats van thuis te komen en zich voor te bereiden op een huwelijksleven.

In één klap de bel op de kop van Jut laten rinkelen was niets vergeleken bij het aanzwellend tumult binnen de familie. Scheldend en tierend, met dan weer hoge uithalen, dan weer diep gegrom eiste de hele clan een familieraad om het meisje van haar onzalige idee af te houden.

De vergadering kwam er en Raji stond in haar mooiste jurk, haar armen strak langs het lichaam, haar hoofd zedig gebogen, aan het eind van de wagen. Rechts van haar zaten Omi, Crina en hun vrijwel blinde en stokdove oude nicht. Aan de linkerkant plantten de drie oudste mannen: Omi’s man Zoni, hun zoon Pali én Crina’s vroegere echtgenoot, Yanoro, hun ellebogen op hun knieën om hun door de situatie te zwaar geworden hoofd te ondersteunen. Alle  andere mannen en vrouwen stonden ongemakkelijk heen en weer schuifelend aan de zijkanten tegen de met goud versierde ornamenten en deels door wandkleden bedekte houten lambrizeringen. De vele schilderijen en fotolijsten met meest vrolijk kijkende familieleden waren nauwelijks nog te zien

Zoni opende het vilten tabakzakje dat hij altijd bij zich droeg, stopte een pluk tabak in zijn pijp, streek een lucifer over de onderkant van de tafel en blies elipsvormige wolken de ruimte in. Hij was er

klaar voor

Aardappelen, vlees en salade

7F85FDC7-0D67-4DFC-AE29-34709EAE2933(Scène uit Van Huis _weg) Omi Clara vertelt: ‘We aten cigánypecsenye. Crina had ‘s morgens, voordat Raji arriveerde, het varkensvlees ingesmeerd met een marinade van olie, geperste knoflook, mosterd, paprikapoeder, zout en peper. Toen ze de schaal tevoorschijn haalde, kropen de heerlijke geuren meteen je neus binnen. Ze zette de aardappelen op het vuur en liet zodra die kookten zes  plakken gerookt spek in de koekenpan glijden en knapperig bruin worden. Ze legde het spek op een vel keukenpapier om uit te druipen en bakte het vlees in het achtergebleven vet mooi bruin en gaar. Crina schepte eerst de aardappelen in een schaal, daarbovenop het vlees en het in paprikapoeder gedoopte spek. Raji’s salade van groene bladsla, komkommer, tomaten en stukken augurk, smaakte er verrukkelijk bij.’

‘We aten als koninginnen.’