Blij

En het eerste exemplaar van Rafels is voor de schrijfster zelf. Zo gaat dat in Boekenland. namens de uitgever  geeft Robert Beernink mij een pakje, ik scheur het cadeaupapier ervan af en kijk verrast: Dit Is Mijn Boek.

Ik zet mijn handtekening in Robert’s exemplaar, lees voor uit eigen werk en als afsluiting zingt Fredie ‘Rafels”.  Klaar!

Jaren aan geschreven, gesleuteld, gedelete, herschreven, in gekrast, anders geformuleerd, volgorde gewijzigd, weer terug gezet, nee, toch weer anders en dan ineens: klaar!

Ik kan er niets meer aan doen, nu gaat het de wijde wereld in, wordt het door andere ogen gelezen, gewogen, gekeurd. Doodeng dat loslaten. Maar het kan  niet anders, het is klaar!

Dan lees ik op Hebban een recensie van een lezeres en voel ik mijn lippen omhoog krullen en mijn wangen rood kleuren, ik krijg het warm van dit soort complimenten:

‘Ik heb genoten van de mooi geschreven zinnen en heb regelmatig hard moeten lachen om de humor, maar ook moeten huilen. Zo ontroerend als het is neergezet.
Het verhaal zet je ook aan het denken hoe we zelf in relaties staan en hoe we er mee omgaan.’

Ik ben gewoon blij en

Trots

Eindelijk

Tig, nou ja, zeven, versies, meerdere redactierondes plus twee hoofdredactionele rondes door de uitgever en een drukproef verder, is het eindelijk zover. Zondag 19 juni komt Rafels officieel uit en ik ben zo trots als iemand maar zijn kunt.

Natuurlijk is het ook eng om mijn geesteskind in het openbaar los te laten. Hoe reageren de lezers erop?  Branden de recensenten direct los of branden ze Rafels af?  Is het verhaal niet te mooi geschreven willen zijn? Te dramatisch ? Toen ik het laatst weer doorlas, vroeg ik mezelf af: waar haalt ze het vandaan al die emoties. Uit het leven gegrepen, lijkt me het beste antwoord, maar hé wacht even: het is geen autobiografie. Ik ben immers niet getrouwd, ik heb geen vakantiehuis en …

Nee dat ga ik niet zeggen, dan verklap ik

de clou

Lees Rafels zelf maar, je kunt het kopen in de boekhandel ISBN: 978-94-93275-28-7, rechtstreeks bij de uitgever of online bij  Bol.

Een anekdote

Fragment uit Rafels:

E79A175D-F2E3-44B9-BFD1-89D4AB45A5DB_4_5005_c‘Wij,’ ze wees naar mij, ‘maakten de lunch klaar. Ik sneed uien voor een salade en hij zei: “Leg nou voortaan de uien in de koelkast, dan hoef je niet zo te huilen.”’ Na een paar tellen vervolgde ze het relaas proestend: ‘Bloedserieus hield hij een hele verhandeling over het wezen van de ui. Hilarisch. Klopte geen bal van dat verhaal, maar ik vond het geestig en kreeg de slappe lach. Carl en Trees, aangetrokken door mijn geschater, kwamen erbij staan en we verzandden in een bizar gesprek. Over warme uien, koude, droge, natte, ronde, idiote. Op een gegeven moment stonden we met z’n vieren te brullen van de lach. Zo leuk, haha. Dat vrolijke, daarom werd ik steeds opnieuw verliefd op hem,’ eindigde ze haar souvenir. Fijn dat ze zo’n schik had, grappig verhaal. ‘Heb ík dat gezegd? Serieus? Ik kan het me niet voorstellen. Uien moet je nooit in de koelkast bewaren. Dan worden ze zompig en kun je ze helemaal niet meer snijden. Bovendien stinkt de hele koelkast vervolgens een uur in de wind. Nee Lien, dat kan ik niet gezegd hebben.’ Ze keek op, friemelde aan haar hals en stamelde: ‘Waarom zeg je dat nou?’ Ontstemd klonk ze, nee, gekwetst eerder. Beter had ik mijn tong afgebeten. ‘Misschien heeft iemand anders het gezegd?’ probeerde ik de situatie te verzachten. ‘Nee, nee, nee!’ riep ze pissig. ‘Ik weet heus het verschil tussen jou en een ander wel.’ Heb je het over gevoelens bespreekbaar maken.

Jeanette greep in. ‘Volgens mij zegt Lina vooral dat ze genoot van jouw vrolijkheid en het samenzijn met jou en jullie vrienden. Ze heeft het over geborgenheid, samen lol kunnen hebben, en,’ ze draaide zich pontificaal naar Lina, ‘het gemis daaraan. Zou je dat zo kunnen zeggen?’ Lina knikte. Mijn hoofd bonkte, mijn hersens draaiden overuren. Verdraaid, ze heeft gelijk, dacht ik, het geheugen als kapstok met haakjes voor gevoelens. Deze vrouw achterhaalt diepere betekenissen uit anekdotes.‘Geborgenheid matcht goed met wat jij de vorige keer opmerkte over zorgzaamheid, Frits, jouw positieve karaktertrek. Een aardige, vrolijke, zorgzame man …’ Ze zweeg, wilde zeker weten dat haar woorden op vruchtbare aarde terechtkwamen; zaaien en ontkiemen hebben tijd nodig. Na een paar eeuwenlange tellen keerde ze zich naar Lina. ‘En op welke karaktertrek van jezelf ben jij het meest trots?’

Lina zette eerlijkheid met stip bovenaan, op de voet gevolgd door

zorgzaamheid