Hij rookt

Ik schrijf iedere dag van de week. Echt waar.
De afgelopen week schreef ik vooral veel boodschappenlijstjes. Voor de kerst. Ik krabbelde op, onder en tussen de lijntjes: reerug, konijn, wortelen, gemengde bospaddo’s, een nieuwe vispan, alle ingrediënten voor drie kleuren aardappelpuree en ga zo maar door.
Maar ik schreef ook aan mijn roman. Scharrelde rond in een paar nieuwe hoofdstukken, nam bestaande stukken op de schop, schrapte bijwoorden of ander gebral, introduceerde nieuwe scènes en schaafde aan mijn hoofdpersonen. Ze moesten meer smoel. En dat kregen ze!

Blijkt die F ineens te roken! Zijn vrouw wist het niet. Nooit geweten, althans nooit meegekregen (dus dat was echt geen reden om te scheiden). En ik? Ik stond erbij en keek erna.

Hij stak na de tweede sessie, beneden in het portiek, een sigaret op. Het zag daar meteen blauw van de rook. En het stonk gemeen, vond L., oude kranten vol kattenpis.
‘Sinds wanneer rook jij?’ snibde ze en wuifde met haar sjaal de walm weg.
‘Ach,’ hij bloosde, voelde zich zeker betrapt, ‘ik stak af en toe sigaretje op met… ‘
Ja, dat hoefde zij natuurlijk niet te weten. Ze wachtte het einde van zijn zin niet af, riep  gadver en tikte op haar hakken naar haar auto.

Misschien slaat dat gadver wel op het gesprek wat ze voerde want waar dat naar  leidt, wil je niet weten.
Of misschien neemt F zich nu voor te stoppen. Net als zo veel andern vlak voor het nieuwe jaar.
Enfin, wat de toekomst brenge moge…Dus eerst maar eens het kerstdiner erdoorheen jassen en dan weer verder met de schrijverij want

het moet wel leuk blijven.

Plaats een reactie