Vanmorgen liep ik met de hond aan de andere kant van de kade en ik las: ‘Hier woont de liefste vrouw van Amsterdam.’
De woorden waren in witte hanenpoten op het bakstenen muurtje naast een voordeur gekalkt.
Ik belde aan. Een vrouw van in de zeventig met lang grijsblond haar opende de deur en keek me vriendelijk aan: ‘Ja?’
Achter haar aan de kapstok bengelde een rood-wit gestreepte stok. ‘Dag mevrouw, ik las net die woorden’, ik wees op de muurkrabbels, ‘en vraag me af wie dat heeft geschreven en waarom.’ De vrouw lachte. ’Ach, dat is een lang verhaal, ik zou het je graag vertellen maar mijn man is vreselijk jaloers. Kom anders morgenochtend even langs, dan is hij er niet.’
Dat ga ik natuurlijk doen. Verhalen liggen voor het grijpen.