Een jaar of elf geleden zag ik, op reis in Egypte, een eenzaam woestijnhuis. Zo’n lemen blokkendoos met vier muren, een deur, een raam en een dak erboven.
Wat, dacht ik, als daar binnen twee mensen op houten stoelen onder dwang van een man met een karabijn elkaar hun herinneringen vertellen.
Waar haal je het vandaan, zou mijn moeder zeggen. Te absurd voor woorden, meesmuilde mijn reisgenoot.
Maar weet je, deze fantasie vormde wél de basis voor Uien in de Koelkast, mijn eerste echte roman.
Er komt geen woestijn in voor, laat staan een huis in de woestijn. Dat is er in de loop der jaren uitgesleten. Zand erover.
De twee mensen zijn er nog wel: Lina en Frits. Net zoals het thema, de noodzaak om herinneringen te delen, in tact is gebleven. De man met de karabijn staat al lang niet meer in de hoek.
Waar het over gaat?
Lina en Frits hebben tijdens de ziekte van hun dochtertje hun angst, wanhoop en verdriet voor zich gehouden. Na haar overlijden lijken alle (nieuwe) gebeurtenissen en gevoelens een geheugen te hebben en landen boven op oude angst, argwaan, boosheid, eenzaamheid en gemis. De twee groeien uit elkaar. Een therapeut adviseert hen samen herinneringen op te halen en elkaar helpen te leren rouwen.
Dat doen ze. In een alleenstaand huis in de middle of nowhere. En en passant ontrafelen ze ook nog een geheim.
Het boek, de intriges, de loop der dingen, de plot, dat is het leuke en spannende van schrijven, ze komen zomaar uit mijn toetsenbord, mijn fantasie. Of uit míjn geheugen?
Volgend voorjaar (2020) ligt het boek in de boekwinkel naast de Jurk mag uit van Antonia van Boven
Ik word nu wel heel nieuwsgierig,goeie titel ook!!
Spannend Marianne, om je eerste boek te schrijven. Ik ben heel benieuwd. Veel succes en inspiratie!